In de afgelopen periode is onderzoek uitgevoerd op de proeflocatie om te bekijken of het gebruik van kunststof damwanden haalbaar is voor de dijk tussen Zwolle en Olst. Het gaat dan vooral over de vraag of de kunststof damwand in de grond gebracht kan worden. Deze variant is namelijk veel buigzamer dan die van staal. De kunststof damwanden zijn aangebracht en ingetrild door gebruik te maken van een stalen moederplank. Deze plank wordt direct na het inbrengen weer verwijderd. De proeven zijn uitgevoerd voor drie verschillende lengtes. We passen de damwanden toe om ‘piping’ tegen te gaan. Afhankelijk van de situatie moet hier een langere of kortere damwand gebruikt worden. Hoe langer de damwand, hoe moeilijker deze is in te brengen. Bij alle drie de lengtes zijn we volledig op diepte gekomen zonder complicaties. Dit betekent dat dit onderdeel van proef is geslaagd. We weten nu in welke situaties we de kunststof damwand kunnen toepassen zodat we een goede afweging kunnen maken tussen het plaatsen van een stalen of kunststof damwand.
Trillingen meten
Tijdens het uitvoeren van de proef hebben we op diverse afstanden de trillingen gemeten bij het inbrengen van de damwandplanken. Zo weten we wat de trillingseffecten zijn op de omgeving. Deze uitkomsten verwerken we in een trillingsprognose. De conclusie uit deze proef is dat de trillingen minder ver reiken dan de analyse die we aan het begin van het project hebben uitgevoerd, waardoor er op korte afstand minder trillingen voelbaar zijn en het risico op schade lager is. Kortom: ook op dit vlak is de proef geslaagd.
Waarom plaatsen we een damwand?
Bij hoogwater kan ‘piping’ voorkomen. Door het grote verschil in waterstand vóór en achter de dijk, ontstaan grote drukverschillen. Door die druk kan er water onder de dijk doorstromen dat zand meeneemt. Hierdoor ontstaan kleine tunneltjes (holle pijpjes) die het begin kunnen zijn van een kwetsbare plek. Om dit te voorkomen, zijn meerdere technische oplossingen mogelijk. Daar is de kunststof damwand er één van.